De rente schoot omhoog als een raket, de overdrachtsbelasting werd verhoogd naar een stevige 10,4% en een reeks fiscale maatregelen zorgde ervoor dat menig belegger zich nog eens achter de oren krabde. Nederland, ooit een stabiele en aantrekkelijke markt voor vastgoedinvesteerders, werd plotseling een mijnenveld van onzekerheden. De jaren 2023 en 2024 waren in het commercieel vastgoed magere jaren. Daar hoeven we niet omheen te draaien.
Het gevolg liet zich raden: minder transacties, terughoudendheid bij financiers en dalende waarderingen. Projectontwikkelaars hielden de adem in, terwijl institutionele partijen hun allocaties aanpasten en familiebedrijven hun strategische horizon verlegden. Veel deals kwamen simpelweg niet meer van de grond, terwijl financiers de lat steeds hoger legden. En dat in een tijd waarin de vraag naar kwalitatief vastgoed – vooral in de logistiek en de woningbouw onverminderd groot bleef.
Maar tijden veranderen. Waar we eind 2022 nog dachten dat de rente alleen maar verder omhoog kon, is inmiddels een ander beeld ontstaan. Wat rentes betreft, is de rust teruggekeerd en de eerste voorzichtige renteverlagingen zijn in zicht. Dit is gunstig nieuws voor de commercieel vastgoedbelegger. Financieringskosten stabiliseren en de leencapaciteit neemt weer toe. Dat betekent dat kapitaal weer begint te bewegen en investeerders weer durven te rekenen.
Vooruitkijkend naar 2025 zie ik dan ook een markt die weer opveert. Niet explosief – laten we realistisch blijven – maar gestaag. De scherpe prijsaanpassingen van de afgelopen twee jaar maken nu plaats voor een hernieuwde interesse. Logistiek vastgoed blijft onverminderd aantrekkelijk, kantoren op toplocaties blijven in trek en
de woningmarkt schreeuwt nog altijd om investeringen.
Voor beleggers die de afgelopen twee jaar aan de zijlijn stonden, is 2025 het moment om weer in te stappen. Niet omdat de bomen meteen weer tot in de hemel groeien, maar omdat de fundamentele vraag naar vastgoed overeind blijft. En met de dalende rente en de stabilisatie van prijzen is er maar één richting denkbaar: the only way is up.